M2 stage op Curacao
INHOUD VAN DE COSCHAPPEN
Het doel van de co-schappen
Conform de vereisten
voor het M2 – jaar van het curriculum G-2010 hebben de
stages in het jaar 5 zowel een beroeps oriënterend als een beroeps
voorbereidend karakter. De co-assistent ontwikkelt zijn/haar bekwaamheden
verder en oriënteert zich tegelijkertijd op het toekomstig beroeps profiel.
Het weekconcept kent
op de woensdagmiddag een vaste onderwijs component,
met sturing voor de bekwaamheden van de invulling: reflectie,
onderwijs en zelfstudie.
Wat wij de co-assistent te bieden hebben
Wij zullen proberen
de hierboven genoemde doelstellingen zoveel mogelijk te verwerken in ons
programma. Uiteraard kent Curaçao —net als alle andere affiliaties een
specifiek karakter.
Onderwijs
interacteert bij ons sterk met de patiëntenzorg. De ratio van het aantal
patiënten versus het aantal co-assistenten ligt op Curaçao veel hoger dan in
menig andere affiliatie ziekenhuis.
Dit is zeer gunstig voor het klinisch onderwijs. Bovendien ligt de drempel
tussen co-assistent en medisch specialist aanzienlijk lager dan in Nederland.
Als je inzet goed is, zult je dan ook buitengewoon veel kunnen opsteken van de coschappen op Curaçao.
Wat wij van je verwachten
Allereerst: interesse en respect voor de
patiënten en voor je medewerkers in de zorg. Je moet ook respect
tonen door je netjes te kleden. Dat klinkt misschien heel burgerlijk, maar de meeste patiënten
waarderen dat. Het past, voor hun gevoel, bij de rol die de medicus (dus ook de
co-assistent) als vertrouwensfiguur toekomt.
Verder verwachten wij
van je
een volle inzet en
zorgvuldigheid. Je hoort
op tijd te komen als je ergens
wordt verwacht. Het zogenaamde 'Antilliaans kwartiertje' (de gewoonte om
stelselmatig te laat te komen) wordt (ook) de co-assistent niet
in dank afgenomen: de specialist heeft zich namelijk meestal te houden aan zeer
complexe tijdschema’s en als daarbij
bovendien de co-assistent ook nog eens te laat komt, kan dat de hele
dagindeling van de specialist in de war schoppen.
Je
zult met steeds weer
andere medewerkers te maken krijgen. Je moet interesse tonen, vragen durven stellen
en niet aarzelen om zelf het initiatief te nemen. Je moet ook duidelijk maken
wat voor werkzaamheden
je aankunt
zodat je steeds
zelfstandiger leert werken.
Je samenwerking met
verpleegkundigen en andere paramedici is belangrijk. Tijdens de
co-assistentschappen zult je van
hen veel kunnen leren. En later als arts is het overleg met hen cruciaal: hún
observaties en ervaringen zijn essentieel voor een goed contact met je
patiënten en voor je
planning van
diagnostiek en therapie.
Je moet zich op de
eerste dag van iedere stage formeel met een handdruk voorstellen aan het
verpleegkundig hoofd en de secretaresse van de afdeling waar je wordt ingedeeld.
Tevens aan alle medewerkers die je op
de afdeling ontmoet: de overige verpleegkundigen en hulpverpleegkundigen,
fysiotherapeuten, analisten van het laboratorium et cetera. Co-assistenten
tonen zich vaak timide als ze zich moeten voorstellen aan zorgmedewerkers die
uit zichzelf minder
animo aan de dag leggen om met de co-assistent in contact te treden. Die ongeïnteresseerdheid
is echter niet meer dan schijn. Bij het ceremonieel van het voorstellen
verwacht men namelijk dat het initiatief daartoe van de co-assistent uitgaat.
Ten eerste omdat hij of zij nieuw is
in de omgeving.
Maar ook omdat men vindt dat dat moet uitgaan van degene
die (al of niet terecht) gerekend wordt tot een 'sociaal hogere groep'.
Vergeet nooit dat de
Curaçaoënaar veel waarde hecht aan omgangsvormen.
Wat kennis betreft:
zeker in het nieuwe curriculum wordt parate kennis niet bepaald gezien als het
hoogste goed en dat is in veel opzichten terecht, want vroeger werd een
onevenredig groot belang toegekend aan het uit het hoofd leren van rijtjes.
Maar toch zal een wisselwerking met het geheugen onontbeerlijk zijn: je zult
merken dat je pas
een beetje uit de voeten kunt op een klinische afdeling of op een polikliniek
indien je zich
wapent met een bepaalde dosis parate kennis.
Daarom moet je aan
het begin van iedere stage je kennis
weer wat ophalen en tijdens de stage moet je zo vaak mogelijk
doelgericht je vakboeken
doorkruisen (namelijk patiëntgebonden, overigens geheel conform de filosofie
van G-2010). Het geheugen blijft een spilfunctie vervullen. Zonder een minimum
aan parate kennis kunt je niet
snel en efficiënt gebruik maken van tekstboeken.
Je
mag ondanks de
drukte, en misschien ook ondanks de ambitie die je zult krijgen om mee
te mogen tellen in het medische bedrijf, nooit uit het oog verliezen waar het
uiteindelijk allemaal om begonnen is: het gaat om ménsen. Een patiënt komt niet
alleen voor een goede en vlotte behandeling van zijn klacht of ziekte, maar wil
ook als persoon gezien worden, met een eigen mening, eigen prioriteiten, zijn
of haar eigen familie/ vrienden en een eigen levensloop. Je moet zich aanleren om
aan al deze aspecten voldoende aandacht te besteden.
Let ook op je eigen
saeck
Qua werkdrukte én
emotioneel krijgt je de
komende jaren heel wat te verwerken zodat je een flink
incasseringsvermogen zult moeten opbouwen. Dat gaat niet vanzelf. Als je
ergens mee vastloopt
of als er dingen zijn die je raken
of kwetsen (bijvoorbeeld moeilijke relaties met collega’s, met andere
zorgmedewerkers of met patiënten, soms heeft de co-assistent ook onvrede met de
manier waarop artsen bepaalde patiëntencasussen aanpakken), dan kunt daarover
de onderwijs coördinator
aanspreken. Ook kunt je altijd terecht bij het onderwijsbureau. Als je daarbij prijs stelt
op het vertrouwelijk blijven van het gesprek, dan zeg je dat gewoon. Het
is ook mogelijk een gesprek aan te vragen met mevrouw Oplasia, ARBO-arts.
Diensten
Bij het bepalen van
het maximaal aantal werkuren van co-assistenten in Nederland heeft men het -
bij de Nederlandse Wet vastgestelde - Arbeidstijdenbesluit (zoals dat ook voor
arts-assistenten geldt) gebruikt als uitgangspunt. De Nederlandse wetgever heeft echter geen
jurisdictie op Curaçao. Daarom is er een ander argument gebruikt om het
maximaal aantal werkuren vast te stellen voor de co-assistenten op Curaçao,
namelijk de studeerbaarheid. Immers, een redelijk aantal werkuren maakt
een optimaal evenwicht mogelijk tussen enerzijds de aanwezigheid op de
werkvloer (het Sint Elisabeth Hospitaal of de Capriles Kliniek) en anderzijds
de zelfstudie (thuis). Het huidige werkrooster voor co-assistenten berust op
een voorstel dat de co-assistenten zelf in februari 2001 hebben gedaan en dat
de goedkeuring draagt van de directeur van het Onderwijsinstituut in Groningen.
In dat voorstel wordt gestreefd naar een maximum van circa 48 uur per week. Het
dienstrooster is voor iedere stage anders.
Algemeen cursorisch onderwijs
Wekelijks zal je via je e-mail het onderwijsrooster voor de aankomende week ontvangen. Het
onderwijs wordt evenals in M1 op de woensdagmiddag ingepland. De lessen op het
rooster zijn voor alle co-assistenten verplicht (tenzij anders
vermeld staat). Mocht je verhinderd zijn, dan moet je dit, met reden
van afwezigheid, melden aan Scarlet
of Ella, bij voorkeur —vooraf— via e-mail. Anders
binnen 12 uur erna. De verschillende vormen van onderwijs worden met elkaar
afgewisseld.
Elke
woensdagmiddag om 12.00
uur is er een Klinische Conferentie (KC). Deze worden verzorgd door
lokale of buitenlandse medici of paramedici. Soms is er na de KC een lunch
gesponsord door een bedrijf.
Op de woensdagmiddag lessen —van 13.30 tot
15.30 uur— geven twee van onze docenten (van de in het SEHOS aanwezige
disciplines) les of de co-assistenten verzorgen deze lessen zelf.
- Receptuurles/Medisch Ethische Conferentie
Om de 2 á 3 weken op woensdagmiddag is er of
een receptuurles (REC) of een Medische Ethische Conferentie (MEC). Deze lessen
worden verzorgd door de co-assistenten zelf. De REC is een farmacotherapieles
over een bepaalde groep medicijnen (in overleg met de coördinator hiervan, drs.
Deryck Levens, apotheker van het SEHOS), tijdens een MEC wordt een bepaald
medisch ethisch onderwerp besproken en bediscussieerd (in overleg met de
coördinator dr. Ken Berend, internist). Bij de MEC’s kan een specialist van de
afdeling/discipline waarvan je het onderwerp gekozen hebt je ook bijstaan. Je moet die
specialist ook uit nodigen voor de MEC. Elke co-assistent dient gedurende
zijn/haar co-schappen minstens 1 tot 2 van deze lessen voor te bereiden. Het
rooster hiervoor wordt gemaakt door Luigia en wordt via de
e-mail je toegestuurd. Neem op tijd contact op met de coördinator i.v.m.
overleg van het onderwerp!
Om de week vindt er een coachgroep plaats,
onder leiding van prof. Duits of Dr. A. Roose. Tijdens de coachgroep worden er verschillende
onderwerpen besproken. Het kan gaan over ethische dilemma’s, welke door de
coach of door de studenten zelf ingebracht kunnen worden. Of het kan gaan over
één van de zes thema uitwerkingen, welke door de studenten zelf gepresenteerd
worden. Hierover vind je meer in het Portfolio, welke je bij je 1e
bezoek aan het Onderwijsbureau
ontvangt.
Gedurende het jaar moet je, evenals andere
jaren, een Portfolio maken, welke onder andere het volgende moet bevatten: de 6
thema uitwerkingen (gebaseerd op ‘de Bekwaamheden’), zelfreflectie- verslagen
en de 6-STEP’s en klinische beoordelingen welke je tijdens je co-schappen verzamelt.
- Klinisch Werk Conferentie
Ongeveer één keer per twee weken vind er op
woensdagmiddag een KWC (deze wordt afgewisseld met een MEC of een REC) plaats,
welke ook verzorgd wordt door de
co-assistenten zelf. Met de KWC’s heb je al kennis gemaakt
tijdens de M1 fase. De bedoeling is om een casus te presenteren, welke je bent
tegengekomen tijdens een van je co-schappen. Door middel van klinisch redeneren
wordt er mede met behulp van de andere co-assistenten toegewerkt naar een
einddiagnose, waar vervolgens een verdere verdieping van wordt gegeven. Nodig
hier ook een van de docenten van de afdeling —waar het onderwerp
over gaat— bij uit om je te beoordelen.
In de professionale ontwikkelingsklapper wordt gesproken over zeven bekwaamheden. Deze thema's worden, verspreid over het jaar, allen 3 maal besproken. Ieder wordt hiervoor aangewezen. Deze presentatie maak je met zijn tweëen.
Een aantal vakgroepen geven zelf ook lessen.
Deze zijn verplicht voor alle co’s die op dat moment hun co-schap lopen bij
deze vakgroep. De meeste hiervan worden gepland in overleg met de
co-assistenten van de betreffende afdeling. Een aantal zijn toegankelijk voor
alle co-assistenten. Deze staan vermeld op het rooster. Regelmatig worden er
ook —buiten de werktijden— congressen c.q. symposia georganiseerd, die voor de
co-assistenten ook een verplicht
onderdeel van het onderwijsprogramma zijn.
Beoordelingen en toetsingen
Beoordelingen en
toetsingen van de co-assistenten gebeuren aan de hand van logboekgegevens die in
scorion worden ingevoerd,
waaronder de evaluaties van het medisch professioneel gedrag en de
patiëntexamens. Deze beoordelingen en toetsingen staan in de betreffende
logboeken nauwkeurig beschreven en zijn geheel conform de modellen die in het
UMCG worden gehanteerd.
Voor elke 4-weekse
discipline zul je 2 maal —dus om de 2 weken— een KB moeten laten
invullen. Je stuurt hiervoor een verzoek naar je begeleider. Het is het mooist
wanneer het logboek samen wordt ingevoerd.
Let wel, de 1e KB mag eventueel
door een van de arts-assistenten worden afgenomen, maar de 2e KB moet door een van de
specialisten worden afgenomen.
Tijdens de stages
zijn er ook schriftelijke multiple-choice toetsen waarvan de vragen centraal
gemaakt worden in Groningen, de z.g. Voortgangstoetsen.
Evaluaties
Aan het eind van elke
stage moet je via Nestor een elektronische evaluatie van de stage
invullen. De bevestigingsmail
die je daarvan ontvangt moet je forwarden naar het NASKHO Onderwijsbureau.
Roostervrije weken
Tijdens je totale
stageperiode worden 8 roostervrije weken ingepland. Deze weken zijn vrij tenzij
je voor het
studieprogramma iets moet overdoen of inhalen vanwege bijvoorbeeld ziekte of
onvoldoende prestatie. Voor dat doel kan door de onderwijscoördinator beslag
gelegd worden op die weken. Om die reden worden over het algemeen
maar 7 weken ingepland of een week aan het einde van de stage ingeroosterd.
Vrije dagen
Je hebt vrij tijdens de
weekends en op algemene feestdagen tenzij je verplicht dienst
hebt volgens het rooster van het vak waar je stage loopt. Verder
krijg je vrij voor de
voortgangstoetsen en op de jaarlijkse co-assistentendag. Indien
je vrij wilt krijgen voor
privézaken
moet je dit
tijdig aanvragen bij de onderwijscoördinator. Dit gebeurd via een van de dames
van het NASKHO Onderwijsbureau.
RECHTEN EN PLICHTEN
Rechtspositie van de co-assistent
Als co-assistent op Curaçao wordt
je geen werknemer, je blijft student. Je
rechtspositie ligt vast in de Regeling Rechtspositie Co-assistenten 1996, zoals
opgenomen in de studiegids.
Werktijden
De werktijden kunnen
per stage verschillen. De verplichte werktijden horen binnen de grens te
blijven van circa 48 uur per week, gemiddeld over alle weken van de stage. Zie
hieromtrent ook de paragraaf 'Diensten' in het voorgaande hoofdstuk 'De Inhoud
van de Co-schappen'.
Aanwezigheidsplicht
In het kader van je opleiding
hebt je een aanwezigheidsplicht,
ook omdat er voor bepaalde taken en afspraken op je gerekend wordt. Bij
herhaling te laat komen wordt niet geaccepteerd. Afwezigheid van meer dan 10%
van de tijd in een stage (2 dagen),
is in principe reden voor verlenging van het co-schap of voor extra opdrachten,
dit ter beoordeling door de onderwijscoördinator.
Ziekmelding
Bij ziekte moet je je
telefonisch vóór 9.00 uur afmelden. Je kunt dit doen door je in verbinding te
stellen met het Hoofd of de supervisor van de afdeling waar je werkt. Wanneer
je ziek wordt tijdens
een stage waarvan de arts je
op een bepaalde locatie verwacht, dan moet je absoluut met de betrokken arts
persoonlijk contact opnemen en in
geen geval volstaan met het achterlaten van een boodschap bij de secretaresse,
het inspreken van een voice mail message of wat dies meer zij. Het niet nakomen
van gemaakte afspraken demotiveert de docent in ernstige mate en je
verspeelt daarmee je
credit.
(ook melden bij het
NASKHO Onderwijsbureau.). Wanneer je twee dagen ziek bent, moet
je naar je huisarts om een briefje te halen.
Voorbehouden handelingen
De wet BIG heeft betrekking op alle
beroepsuitoefenaren die handelingen verrichten op het niveau van
de individuele gezondheidszorg. Er zijn 8 beroepen bij de wet geregeld (zogenaamde
artikel beroepen). Dit zijn de arts, tandarts, apotheker, klinisch psycholoog,
psychotherapeut, verloskundige en verpleegkundige. Andere beroepen
(bijvoorbeeld logopaedist, ergotherapeut en diëtist) worden geregeld bij
algemene maatregel van bestuur (AMvB).
De wet regelt in hoofdzaak
de volgende onderwerpen:
-
registratie
titelbescherming
-
regeling van beroepen
en voorbehouden handelingen
-
kwaliteit van de
beroepsuitoefening
-
tuchtrecht
Deze wet is op 1
november 1993 in
werking getreden
De co-assistent en voorbehouden handelingen
Voorbehouden
handelingen zijn handelingen die niet zomaar door iedereen (met name
niet zomaar door co-assistenten)
kunnen en mogen worden uitgevoerd aangezien er risico’s aan verbonden zijn.
Welke handelingen
zijn voorbehouden?
heelkundige
handelingen
-
verloskundige
handelingen
-
endoscopieën
-
catheterisaties
-
injecties
-
puncties
-
narcose
-
het gebruik van
radioactieve stoffen en ioniserende straling
-
cardioversie
-
defibrillatie
-
electroconvulsieve
therapie
-
steenvergruizende
behandeling
-
kunstmatige
fertilisatie
Alleen artsen,
tandartsen en verloskundigen zijn zelfstandig bevoegd. Zij mogen op eigen
houtje bepaalde voorbehouden
handelingen uitvoeren. Co-assistenten zijn dus niet zelfstandig
bevoegd. Zij mogen alleen in opdracht van zelfstandig bevoegde personen een voorbehouden
handeling uitvoeren onderbepaalde voorwaarden, te weten:
-
De niet-zelfstandig
bevoegde handelt in opdracht van een zelfstandig bevoegde
-
De opdracht is
schriftelijk vastgelegd
-
De niet-zelfstandig
bevoegde handelt volgens de aanwijzingen van de zelfstandig bevoegde
-
De niet-zelfstandig
bevoegde mag de handeling alleen uitvoeren als hij/ zij beschikt over de
vaardigheden en de kennis om de opdracht naar behoren uit te voeren. Hij/ zij
moet dit bij zichzelf nagaan. Maar de opdrachtgever moet dit eveneens terdege
nagaan.
Naast de voorbehouden handelingen bestaan er
ook medische handelingen, die niet zonder risico zijn, de zogenaamde
risicovolle handelingen. Aan de risicovolle handelingen worden eigenlijk in de
praktijk dezelfde zorgvuldigheidseisen gesteld als aan voorbehouden handelingen.
Denk eraan dat je de reden van een gegeven opdracht moet
kunnen begrijpen. Als je de
reden niet begrijpt, hebt je waarschijnlijk
de hele opdracht verkeerd begrepen.
Aansprakelijkheid van co-assistenten
Iemand die werkt
maakt fouten. Sommige fouten hebben weinig consequenties en worden nauwelijks
opgemerkt. Andere fouten kunnen zeer ernstige gevolgen hebben voor patiënten en
andere personen. Tijdens je co-assistentschappen
bent je verzekerd
voor de financiële gevolgen van fouten die zich in je stageperiode door je
schuld hebben
voorgedaan tijdens je werkzaamheden
en in het Sint Elisabeth Hospitaal respectievelijk de Capriles Kliniek.
Maar
daarnaast blijf
je wel
verantwoordelijk voor je eigen
daden en handelingen. Je kunt
voor de tuchtrechter of voor de civielrechter gedaagd worden omdat je
bijvoorbeeld handelingen
hebt verricht waartoe je niet
bekwaam was of omdat je (zeer)
onzorgvuldig hebt gehandeld. Nogmaals, voor de financiële gevolgen bent je
verzekerd, maar niet
voor rechtsbijstand (door een advocaat dus) ingeval je voor de tuchtrechter
of de civielrechter moet verschijnen. De tuchtrechter legt - in tegenstelling
tot de civielrechter - geen geldboete op (die aan de 'klager' moet worden
uitbetaald). Ofschoon de tuchtrechter geen financiële sancties oplegt, snijdt
het niettemin diep in de psyche van de aangeklaagde collega indien de
tuchtrechter een klacht gegrond verklaart. De gegrondverklaring van de klacht
heeft vaak een negatieve invloed op de verdere carrière van de collega.
Sancties die de tuchtrechter op kan leggen zijn (in volgorde van ernst): de
waarschuwing, de berisping, de schorsing voor een bepaalde tijd of (als
zwaarste maatregel) de ontheffing uit het ambt (een definitief beroepsverbod).
Ook wanneer men voor de tuchtrechter moet verschijnen, zal men zich daarom
graag terzijde laten staan door een advocaat. Het afsluiten van een rechtsbijstandverzekering
valt derhalve te overwegen. Overigens is de kans, dat een co-assistent voor een
tuchtrechter wordt gedaagd, gering omdat het handelen van de co-assistent valt
onder het begrip dat in het verzekeringswezen de
'verlengde-arm-verantwoordelijkheid' wordt genoemd: de co-assistent handelt
immers in opdracht van een bevoegd medicus. Je kunt zich echter wel
voorstellen dat de grens bij deze 'verlengde-arm-constructies' niet altijd even
scherp is.
De co-assistent kan bijvoorbeeld op eigen houtje gehandeld hebben of de
opdrachtgevende medicus kan achteraf beweren dat de co-assistent de opdracht
verkeerd geïnterpreteerd heeft.
Het is goed erop te
wijzen dat het maken van fouten op zich niet laakbaar is in tuchtrechtelijke
zin. Het criterium voor het tuchtcollege om een maatregel op te leggen, is
'grove onkunde of nalatigheid waardoor het vertrouwen in de artsenstand wordt
ondermijnd.' Meestal ligt de klacht in de communicatieve sfeer (bijvoorbeeld
een weigering van de medicus om naar een patiënt te aan kijken, of het nalaten
om met ter zake kundigen te overleggen, of het geven van onduidelijke
opdrachten). Beslissingen die in alle zorgvuldigheid genomen worden maar
achteraf verkeerd blijken, worden niet als laakbaar beschouwd.
Omgaan met fouten
Fouten en
vergissingen zijn nu en
dan onvermijdelijk. Het allerbelangrijkste is openheid hierover tegenover de patiënt
en tegenover andere medewerkers, hoe moeilijk dat soms ook is. Het is
verstandig om met je superviserende
docent te overleggen in welke termen de fout aan de patiënt gemeld moet worden;
daartoe hebt je nog
onvoldoende ervaring. Het doel (van het melden van de fout) is immers om het
vertrouwen van de patiënt niet te verliezen en ook om als organisatie zoveel
mogelijk lering te trekken uit een gemaakte fout. Men moet daarna bijvoorbeeld
bekijken of een verandering van werkwijze of procedure de kans op herhaling
kan beperken. Daarom wordt van u, net zoals van de andere zorgmedewerkers,
verwacht dat je fouten/
vergissingen, die tijdens je werk
zijn voorgevallen, meldt. Het gaat dan om zaken die voor een patiënt gevolgen
hebben of zouden kunnen hebben. In overleg met je supervisor kan dan
bekeken worden of een formele melding nodig is bij de FONA-commissie (Faults Or
Near Accidents). Een melding aan de FONA-commissie heeft geen juridisch doel en
de melding blijft dan vertrouwelijk binnen de medische staf.
Risico’s in het werk/Prikaccidenten
Werken in een
ziekenhuis of een huisartsenpraktijk impliceert risico’s, onder andere van besmetting.
Het ziekenhuis zorgt voor adequate richtlijnen en materialen ter bescherming.
Op elke afdeling is een protocol aanwezig hoe gehandeld dient te worden bij
prikaccidenten. Je begint bij het opschrijven van de gegevens van de patiënt.
Daarna bel je professor Duits of het onderwijsbureau.
Bij prik- of snij-accidenten moet
je:
-
de eventuele wond
goed door laten bloeden
-
de wond of
huidaandoening grondig afspoelen met warm water of fysiologische zoutoplossing
-
de wond of
huidaandoening drogen en behandelen met een huiddesinfectans.
-
je melden
bij de Spoedeisende Hulp
CO-ASSISTENTSCHAPPEN IN HET SINT ELISABETH
HOSPITAAL TE CURAÇAO.
Op Curaçao, in het
Sint Elisabeth Hospitaal zijn de volgende 8 disciplines verplicht, namelijk:
Interne
Geneeskunde
Neurologie
Psychiatrie
(Algemene)
Chirurgie
Pediatrie
Gyn./Obst.
Sociale
Geneeskunde
Huisartsen
GeneeskundeNaast deze 8
verplichte vakken, moet je —uit de overige diciplines— nog 2 extra
kiezen, voor een totaal van 10
vakken. Uiteraard mag je ook een van de 8 verplichte vakken nog een keer lopen.
Je kunt uit de volgende disciplines een keuze maken, namelijk:
- Cardiologie
- Nefrologie
- M.D.L.
- Pulmonologie
- K.N.O.
- Radiologie
- Pathologie
- Anesthesiologie
- Orthopedie
- Revalidatie
- Oncologie
- Spoed Eisende
Hulp